Karakters

Jan, Katrijn en Pierlala waren de eerste helden in het Nederlandse poppenspel. Deze pagina beschrijft de verschillende traditionele karakters.

Jan Klaassen

Jan Klaassen is een rebel die houdt van grappen en grollen. Hij is doorgaans een dommig personage met een gouden hart. Hij betrekt het publiek vaak bij het spel.
In 1682 verscheen Jan Klaassen voor het eerst in Amsterdam. Oorspronkelijk was hij een marionet aan draadjes. Hij draagt een rode puntmunts en heeft een grote neus.
In het buitenland heet Jan Klaassen: Kasperl (Káschberl in Beieren), Mester Jakel, Guignol, Polichinelle of Punch.

Katrijn

Katrijn is de vrouw van Jan Klaassen met wie hij in uiterste staat van onmin leeft. Ook "Trijntje Peterselie" genoemd.
In Engeland is Judy de naam van de vrouw van Punch. In de meeste landen is een pop bekend die uiterlijk zeer lijkt op Jan Klaassen, echter zonder Katrijn. In Duitsland is Gretl een bekende vrouwenfiguur in de poppenkast.

Harlekijn

Hans Pekelharing, Hansworst of Harlekijn begon als een voorloper van de hedendaagse clown. Harlekijn kwam door heel Europa voor als Hanswurst, Jack Padding, Jean Potage en Signor Maccheroni of Arlecchino.
Harlekijn ontwikkelde zich van een wilde, duivelse booswicht in de middeleeuwen tot de ondeugende trickster van de commedia dell'arte in de renaissance. Hij droeg een veelkleurig kostuum met ruitpatroon en een hoed.
Hansworst werd ook gebruikt als een solitaire figuur in het theaterspel, die het spel becommentarieerde, een soort verteller.

Pierlala

Pierlala heette ook Reinier Adriaansz en werd ook Snikhals, Pietje-de-dood of "De Dood van Pierlala" genoemd. Pierlala’s bekendste daad is het herrijzen uit zijn doodskist. In het poppenkastspel heeft Pierlala een schedel als hoofd.

De Duivel

De Duivel werd later aan de poppenkast toegevoegd. De duivel heeft een rode, bruine of zwarte kop; een geitensik, puntige oren en twee horens. Hij gaat gekleed in rode en/of zwarte mantel of ook wel in een geitenvel en heeft een ruige staart, één blote voet en een been dat in een bokkenpoot eindigt. Hij is vaak gewapend met een twee- of drietand.
In het poppenspel maakt de duivel het Jan Klaassen lastig. Deze is de duivel echter altijd te slim af. De oud-Hollandse Jan Klaassen is 'voor de duvel niet bang'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten